../_images/nederland2.jpg

EVRM

In 2012 heb ik het Europeese Hof voor de Rechten van de Mens aangeschreven om een klacht tegen Nederland in te dienen.
De klacht betrof het afwezig zijn van verpleging in het nieuwe ambulante behandeltijdperk van de GGZ.
Uitspraak is niet-ontvankelijk.
Het EVRM is voor de GGZ patient een doodlopende weg.
Het is pas na tussenkomst van de koningin mogelijk om aangifte te kunnen.
De Hoge Raad concludeert dat het geen verantwoordelijkheid heeft.
Het verwijst vervolgens naar het IGZ, die geen structurele onzorgvuldigheid in de afhandeling van klachten bij GGZ-NHN constrateert.
De IGZ heeft erkent verantwoordelijk te zijn voor ambulante zorg, zowel voor vrijwillig als onder de BOPZ behandelde patienten, zie quote.
De GGZ patient als slachtoffer word de rechtsgang naar de strafrechter geblokkeerd.
De Minister van VWS zegt dat de wijze waarop hulp word geboden levert een bijdrage aan het voorkomen van een (dwang)opname in een ggz-instelling.
Het is niet mogelijk voor de Koningin, noch de Koning om verdere tussenkomst te verlenen vanwege ministeriele verantwoordelijkheid.
Op basis van de veronderstelling dat opnames worden voorkomen is men bedden gaan afbouwen.